Gevechten bij brug Stokersverlaat
Ongeveer 60 parachutisten worden verspreid afgeworpen boven het grensgebied van Drenthe en Friesland, in de gemeenten Ooststellingwerf en Smilde. Ze staan onder bevel van de 33 jarige kapitein Pierre Sicaud. Tijdens de landing raakt Sicaud gewond. Hij krijgt een tak in zijn oog en is drie dagen gedeeltelijk blind. Bij het bestuderen van de stafkaarten komt hij tot de conclusie dat zijn stick op de verkeerde plaats geland is. Sicaud besluit te wachten tot het licht wordt. De vermoeide manschappen gaan in schuilbivak.
Sinds februari 1945 bevindt zich in de bossen ten zuiden van Appelscha een schuilplaats die onderdak biedt aan leden van de in juni 1944 opgerichte Knokploeg Noord-Drenthe. De schuilplaats krijgt de naam Prins Bernhard kazerne. Deze verzetsmensen krijgen een militaire opleiding van sergeant Willem van de Veer. Van der Veer is lid van No. 2 Dutch Troop van no. 10 (Inter Allied) Commando. Met enkele andere commando’s en een Belgische SAS-er is hij in oktober 1944 in Noord Nederland gedropt om steun te geven aan het verzet. In de nacht van 7 op 8 april houden ze een oefening in de bossen van Appelscha. Tegen het aanbreken van de dag vinden ze de groep van kapitein Sicaud slapend in de bossen. Aanvankelijk houden zij ze voor Duitsers. Als blijkt dat het Franse parachutisten zijn worden ze ondergebracht in de Prins Bernhard kazerne. Verzetsmensen en parachutisten gaan vervolgens op zoek naar verdwaalde para’s die ze naar het kamp brengen.
Op dinsdag 10 april maken de Fransen in de boerderij van Rooks zich gereed om op te rukken naar de noordelijk gelegen Opsterlandse Compagnonsvaart. Kapitein Sicaud heeft besloten de westelijk van Appelscha gelegen Stokersverlaatbrug te bezetten. Deze vormt een belangrijke verbinding tussen Zuidoost Friesland en Drenthe. Luitenant Duno bezet met veertien para’s de niet bewaakte brug rond 6 uur ’s morgens. Het is gemakkelijk de brug te verdedigen en er is een vrij groot bos op minder dan 2 km afstand wat in geval van moeilijkheden enige hulp kan bieden. Al spoedig voegen de overige Fransen zich bij hen. Rondom de brug worden stellingen ingericht terwijl een aantal Fransen posities innemen op het dak van de nabijgelegen meelfabriek van Mulder.
Om 9 uur komt uit de richting Appelscha een Duits voertuig. Deze wordt onder vuur genomen waarbij de inzittenden sneuvelen. Later op de dag wordt een groepje Duitse soldaten die de brug naderen gevangen genomen. De gehele dag zoeken de para’s in de omgeving naar andere parachutisten, daarbij geholpen door de bevolking. ’s Avonds trekken de Fransen zich met hun krijgsgevangenen terug in de bossen.
De volgende dag, woensdag 11 april, bezetten ze weer de brug. Rond tien uur verschijnt er opnieuw een Duits voertuig dat uitgeschakeld wordt. Om één uur doen de Duitsers een vergeefse aanval op de brug. In de loop van de dag vinden de para’s de ontsnapten van de stick van luitenant Vidoni. Tegen de middag nadert een bus met Duitse militairen langs de zuidzijde van het kanaal. De bus wordt tot stoppen gedwongen en onder vuur genomen. Eén man wordt gedood, enkelen raken gewond en worden met de rest gevangen genomen. In de late namiddag nadert vanaf de Bruggelaan een Duitse personenauto. De chauffeur vermoedt bij het zien van de eerder vernielde auto onraad. Wanneer hij de wagen wil stoppen wordt deze onder vuur genomen. Enkele Duitsers worden gedood, de overlevenden geven zich over. Naar verluid is hierbij een zwaar gewonde officier die een lijst bij zich heeft met namen van verzetsstrijders die in de Groninger gevangenis opgesloten zitten. De mensen die op de lijst staan moeten gefusilleerd worden.
Op donderdagmorgen 12 april keren de Fransen weer bij de brug terug. Omdat de gevechten langer duren dan gepland krijgen de Fransen gebrek aan munitie en voedsel. Via hun radioverbinding vragen ze om aanvulling. Twee Typhoons droppen vervolgens voorraden. Daarbij zijn ook landmijnen waarmee nu versperringen op de toegangswegen naar de brug worden aangelegd. Van de gevechten bij de Stokersverlaat-brug bestaan meerdere lezingen. De heer J. van der Walle oorspronkelijk afkomstig uit Appelscha, heeft twee jaar onderzoek naar de gevechten in Appelscha gedaan. Het is zijn lezing die hier gevolgd is.